Is het wel steriel?

 

Om er zeker van te zijn dat producten steriel zijn geworden na afloop van een sterilisatieproces kan men twee soorten controles uitvoeren:

Controle van de producten
hierbij worden aantal gesteriliseerde producten op steriliteit onderzocht: steriliteitcontroles .
Men kan nooit alle producten onderzoeken, het kan dus zijn dat de onderzochte producten steriel zijn, maar een of meer van de niet onderzochte producten niet!

Controle van het sterilisatieproces
hierbij wordt het proces gecontroleerd, sterilisatiecontrole, uitgaande van de gedachte dat als het proces goed verloopt de producten automatisch goed van kwaliteit zijn.

 Steriliteitcontrole
Bij de steriliteitscontrole worden een aantal producten onderzocht op de aanwezigheid van (overlevende) micro-organismen. Het principe is eenvoudig, men probeert elk (beschadigd) micro-organisme ,al is het er maar één, te laten groeien. De beoordeling van de proef is minder eenvoudig ,er moeten om juiste conclusies te kunnen trekken de nodige controles zijn meegenomen.
Allereerst de uitvoering, daarna de beoordeling waarbij ook de controles besproken worden.

Uitvoering
Hiertoe brengt men het product in een rijk vloeibaar medium, zodat ook veeleisende micro-organismen kunnen groeien en beschadigde micro-organismen (wat na verhitting meestal het geval is) zich kunnen herstellen. Daarna vindt incubatie plaats, een aantal producten onder aerobe omstandigheden en een aantal producten onder anaerobe omstandigheden.
Na de incubatie wordt op groei beoordeeld.

De beoordeling
Er zijn twee resultaten mogelijk: groei of geen groei

Bij groei zijn er de volgende oorzaken mogelijk:

1.Het product was niet steriel

2Tijdens de bepaling is het product besmet doordat

a. De analist een besmetting heeft veroorzaakt

b. Het medium niet steriel was.

Bij geen groei zijn er de volgende oorzaken mogelijk

1.Het product was steriel

2. Er waren wel micro-organismen maar deze konden niet groeien omdat:

a. Het medium de micro-organismen niet in staat stelde te groeien.

b. Het product (aanwezig in het medium) groeiremmende eigenschappen bevatte.

Hieronder volgt deze opsomming nog eens maar nu met de controles die de verschillende mogelijkheden kunnen uitsluiten of juist bevestigen:

De beoordeling

Er zijn twee resultaten mogelijk: groei of geen groei

Bij groei zijn er de volgende oorzaken mogelijk:

1.Het product was niet steriel, om hiervan zeker te zijn moeten de hieronder genoemde twee mogelijkheden worden uitgesloten

2.Tijdens de bepaling is het product besmet doordat

a. De analist een besmetting heeft veroorzaakt, dit weet je nooit zeker, je kunt wel alles in het werk stellen om dit uit te sluiten, steriele werkkast, mondkapje voor, petje op, aparte labjas, door twee analisten laten inzetten, controles meenemen waarbij steriele producten worden ingezet.

b. Het medium niet steriel was, het is nooit 100% zeker dat een medium steriel is, vertonen echter de blanco’s (onbeënte media) en de onder a genoemde controles geen groei dan kan met dit wel uitsluiten.

Bij geen groei zijn er de volgende oorzaken mogelijk

1.Het product was steriel om hiervan zeker te zijn moeten de hieronder genoemde twee mogelijkheden worden uitgesloten

2.Er waren wel micro-organismen maar deze konden niet groeien omdat:            

a. Het medium de micro-organismen niet in staat stelde te groeien. Om de geschiktheid van het medium te controleren en na te gaan of ook veeleisende micro-organismen erop kunnen groeien moet men veeleisende stammen nemen en deze tijdens de proef als controles laten meelopen, groeien deze beestjes in het medium dan is het geschikt.

b.Het product (aanwezig in het medium) groeiremmende eigenschappen bevatte. Om deze mogelijkheid te onderzoeken neemt men veeleisende en gevoelige micro-organismen en brengt deze (elk afzonderlijk) in het medium samen met het te onderzoeken product. Vindt er dan bij een of meer van de onderzochte micro-organismen geen groei plaats en bij de controle onder a. wel dan is remming door het product een mogelijke oorzaak ven het niet aantreffen van groei na incubatie.

Om dergelijke producten met een groeiremmende invloed toch op steriliteit te kunnen onderzoeken zijn er de volgende oplossingen mogelijk:

  • Relatief meer medium toevoegen waardoor het product als het ware verdund  wordt, dit is niet altijd afdoende
  • Het product filtreren, kan alleen bij vloeibare producten, het filter wordt daarna in medium gebracht en geïncubeerd.Is wel afdoende, maar kan alleen voor vloeibare producten. Wel geeft het gemanipuleer met een filter weer extra kans op besmetting en dus groei en dus een onterecht positief (+ niet steriel, micro-organisme aanwezig) resultaat.
  • Als de remstof bekend is, bijvoorbeeld bij het onderzoek van antibiotica, kan men een stof toevoegen die de werking van het antibioticum ongedaan maakt. Bij penicilline is dat bijvoorbeeld het enzym penicillinase. Dit werkt goed, men moet wel zeker weten met welke remstof men te maken heeft en of dit de enige remstof in het product is.

Sterilisatiecontrole

Een alternatief voor de steriliteitscontrole is de sterilisatiecontrole. Hierbij wordt verloop van het sterilisatieproces gevolgd, het idee is dat als het proces goed verloopt de eindproducten ook goed zijn
Deze controle kan op verschillende manieren plaatsvinden:

Fysische methoden

a.Temperatuurmetingen
Tijdens het proces zodat men zeker weet dat het te steriliseren materiaal de juiste tijd de juiste temperatuur heeft gehad. Van belang is op de juiste plaats te meten, namelijk op de plaats waar de kans op een te lage temperatuur in de apparatuur het grootst is zoals op plaatsen waar moeilijk stoom kan komen of lucht kon ontsnappen (leeg droog glaswerk of opgevouwen textiel)

b.Drukmeting,
De meeste autoclaven hebben een drukmeter, is de juiste druk bereikt dan gaat de (totale) sterilisatietijd in. Nadeel van het meten van de druk is dat de bijbehorende temperatuur (uitgaande van 100% stoom) niet bereikt wordt als de ontluchting niet volledig is. Plaatselijk is de temperatuur dan te laag geweest zonder dat dit gesignaleerd is.

Chemische methoden.

Van zeer veel stoffen is bekend dat ze na een bepaalde temperatuur + tijd combinatie van kleur of consistentie veranderen.
Zulke indicatoren kan men meenemen in het sterilisatieproces om dan na afloop kijken of de verwachte verandering heeft plaatsgevonden. Ook deze indicatoren moet men op de slechts te ontluchten en/of te verhitten plaatsen in het apparaat plaatsen. Deze indicatoren zijn er in ampulvorm maar ook als tape. Deze tape wordt op de te steriliseren voorwerpen geplakt zodat na afloop gesteriliseerde voorwerpen te onderscheiden zijn van voorwerpen die nog gesteriliseerd moeten worden.

Biologische methoden
Hierbij gebruik je sporenstrips. Dit zijn stripjes papier of aluminiumfolie waarop een standaard hoeveelheid (106) sporen van Bacillus stearothermophilus zijn aangebracht. Deze bacterie heeft de meest hitteresistente sporen die er bekend zijn. Worden deze gedood dan is het zeker dat ook alle andere sporen gedood zijn.
Bij de controle brengt men een sporenstrip aan tijdens het te onderzoeken sterilisatieproces in de autoclaaf of droogsterilisator (weer op de ‘moeilijkste’ plaatsen). Na afloop wordt de strip in een geschikte rijke voedingsbodem (met pH-indicator) gebracht en na incubatie op groei beoordeeld . Als controle wordt een onverhitte strip in medium geïncubeerd.
Een tweede voordeel van Bacillus stearothermophilus is dat hij thermofiel is. Incubatie moet bij een hoge temperatuur plaatvinden, waardoor eventuele luchtinfecties ontstaan bij het manipuleren met de strip na het steriliseren geen kans krijgen om te groeien en onjuiste positieve uitslagen voorkomen worden. Een nevenvoordeel is dat de groeisnelheid zeer groot is, zodat de uitslag relatief snel binnen is.

Uiteraard haalt deze termijn het nooit bij de fysische en de chemische methoden, waarbij de uitslag onmiddellijk bekend is